Huize Welgelegen: Overzicht voorgevel en gevel bijgebouw (opmerking: Toegeschreven aan fotograaf Kramer. Bron: Rijksdienst voor Cultureel erfgoed. Monument nr. 515585. Datum: onbekend. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International license. De foto is bijgewerkt door HH.
Dronefoto van de veenborg Welgelegen. Foto: ©Jur Kuipers, 4 december 2023.
Moeras en weke zompen Zo ziet de omgeving van Sappemeer er eeuwenlang uit. Ten oosten en zuidoosten van de stad Groningen strekt zich het grootste hoogveengebied van Europa uit. Een eindeloos landschap van golvende heidevelden, meren en riviertjes, met hier en daar bosjes met berken, wilgen en struikgewas. Wegen zijn er niet. In de meters dikke lagen veen kun je wegzakken en voor altijd verdwijnen. Maar deze wildernis herbergt wel een onvoorstelbaar grote economische rijkdom: turf [1 ].
Voorzijde van de borg. Foto: Kasteelbeer, 11 juli 2005. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Netherlands license.
Het is 1628
Afb. De buste van Adriaan Geerts Paap (1605-1661, stichter van Wildervanck.
Eén ervan, Adriaan Geerts Paap (1605-1661), alias Wildervanck en zijn echtgenote Grietien Jansen [2] heeft ook reeds bezit genomen van de venen voor het kerspel Zuidbroek. Aan de westzijde van de hoofdvaart van de Borgercompagnie verrijst ten behoeve van de administratie en het toezicht op de ontsluitingswerkzaamheden het Compagniehuis. Adriaan Geerts is tevens de stichter van Wildervank en Veendam en is schrijver, solliciteur en pachter van het raad- en wijnhuis en koopman in de stad Groningen waar hij in 1630 is getrouwd met Grietien Jansen, ook wel Margaretha Jans Hardenberg genoemd.
Op 24 september 1659 legt zijn zoon Gerhard Wildervanck de eerste steen voor de kerk van Wildervank, die later de naam Margaretha Hardenbergkerk heeft gekregen. Hij en zijn vrouw liggen in deze kerk begraven [3]. Het A.G. Wildervanckkanaal is naar hem vernoemd. Ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van Wildervank in 1997, is er een buste van de stichter gemaakt door Bert Kiewiet. In 1890 is Wildervanck als schildhouder opgenomen in het wapen van Wildervank [4 ].
Het personeel van de borg aan het werk in de tuin. V.l.n.r.: Elizabeth, Nantje Koerts, Harmke Kraster, onbekend, Kornelis Mulder, Broekema. Bron: Historisch Archief Midden Groningen.
Jan Cornelis Spiel Eén van de Groninger borgheren nu is Jan Cornelis Spiel. Hij is de stichter van de buitenplaats ‘Welgelegen’. Zijn herkomst is onbekend, z’n beroep is boekhouder. Door de toename van de veenontginning vindt de stad Groningen het raadzaam de veenkoloniën apart te beheren en richt daarom in 1652 het veenkantoor op. Jan Cornelis Spiel solliciteert naar het ambt van rentmeester van de venen, maar zijn zwager Jacob Hayckens is hem voor. Deze wordt de eerste van een lange reeks van rentmeesters. Jan Cornelis Spiel huwt in 1639 Margreta van Ewsum [5]. Spiel houdt zich voortaan bezig met de turfgraverij in Kleinemeer en komt geregeld op het Compagniehuis. Hij is het die op de gedachten komt om hier zomers te gaan wonen.
De huidige zolder van borg Welgelegen. Ingezonden. Oorspronkelijke bron: onbekend.
Zo wordt in 1655 een heemstede afgebakend langs het Kleinemeersterdiep, waar het gebied wordt gesplitst in 13 heemsteden. Aan de westzijde verrijst later veenborg Woelwijk [6] en spoedig bouwt Jan Cornelis Spiel aan de oostzijde zijn hofstede Welgelegen. Het huis is voorzien van twee trapgevels met in het midden een torentje. Om het huis ligt een gracht en naar het zuiden strekt zich een grote siertuin uit. Het gehele terrein is omsloten door een brede singel met fraai geboomte. De verbinding met de door Kleinemeer lopende hoofdweg wordt verzorgd door een vaste boogbrug over het Borgercompagniesterdiep.
Veenborg Welgelegen met de omgrachte voorzijde. Foto: A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, rijksmonument nr. 515585, mei 1969. Licentie: Creative Commons..
Kleinzoon Johannes Vertier Stolz Na het overlijden van Spiel wordt de kleinzoon van Margreta van Ewsum, Johannes Vertier Stoltz, ‘in beide rechten Doctor, de nieuwe eigenaar. Stoltz huwt Susanna (van) Wullen, dochter van Doctor Cornelius à Wullen [7], en zij wonen in de ‘Nije’ Zwanestraat, maar ‘s zomers verhuizen ze naar Kleinemeer. Hij, Johannes Vertier Stoltz, advocaat en ontvanger van de predikantgoederen alsmede boekhouder van het Burger- weeshuis en het Fraterhuis, verfraait het landgoed aanzienlijk. De tuinen liggen nu om twee langgerekte vijvers, terwijl ook het landbezit wordt uitgebreid. Voor het landbouwbedrijf wordt een schuur gebouwd met een ‘camer’ voor de meijer (rentmeester). Door een gebleken kastekort wordt hij van zijn taak ontheven in 1692 en na geharrewar en aanmaningen, resulteert dit in een executie. Op 16 mei 1695 vindt ‘bij brandende keerse’ de verkoop van Welgelegen plaats in het Wijnhuis aan de Grote Markt.
De achterzijde van veenborg Welgelegen. Ingezonden. Oorspronkelijke bron niet bekend.
Jan Roberts en Jan Lohman De nieuwe eigenaar wordt voor 3500 Caroli [8] guldens Jan Roberts. Een maand na diens aankoop sterft Jan Roberts en verkoopt zijn weduwe het buitengoed in augustus 1695 aan Jan Lohman. De nieuwe eigenaar is een belangrijk man: eerste ambtman van het Gorecht, later rekenmeesterprovinciaal en tenslotte lid van Raad van State. De Bentheimer Johan Lohman, is onder andere getrouwd geweest met Bouwijna Coenders (van Helpen). Lohman is eerste ambtman van het Gorecht en (tegen wil en dank [9]) boekhouder van de Nieuwe Kerk en zal later achtereenvolgens carrière maken als lid van de Raad van State en provinciaal rekenmeester.
De achterzijde van veenborg welgelegen. Foto: A.J. van der Wal, mei 1969, Rijksdienst voor Cultureel erfgoed. Licentie: Creative Commons.
Albertus Boelens (Boelena) en Carl Friedrich Hij verkoopt het goed in 1730 aan de katholieke bierbrouwer Albertus Boelens, die echter permanent in de stad woont. Het huis wordt in die jaren steeds bouwvalliger.
Op 13 juli 1736 ontdoet Boelens zich van het bezit, door het voor 4300 Caroli guldens aan Carl Friedrich Graaf von Warstensleben te verkopen. Deze, nog jonge man, belandt met zijn vrouw Wendelina Cornera Alberda, in de zomer van 1736 na onenigheid met zijn schoonmoeder, van het fraai gemeubileerde Menkema te Uithuizen, op het oud ‘Cavalje’ in Kleinemeer.
Direct wordt tot verbouwing en vernieuwing van Welgelegen overgegaan en men mag wel aannemen, dat het huis dan is opgetrokken in zijn huidige gedaante, met twee sierlijke topgevels. Ook laat het echtpaar de tuin verder verfraaien in rococostijl. Waarschijnlijk zijn zij het die zichtassen op het omringende landschap creëeren door het graven van twee langgerekte vijvers volgens de principes van het grand canal [10] omzoomd door bloemperken en een rosarium. Heggen worden opgehouden met takkenbossen. Mogelijk laat hij ook een sterrenbos naast het huis aanleggen, maar dit kan ook door zijn opvolger Star Lichtenvoort zijn gedaan [11]. Achter dit sterrenbos heeft zich nog een tuin bevonden. Ervoor heeft aan de weg een schathuis gestaan. Von Wartensleben woont er permanent met zijn vrouw, maar door zijn functie als militair en de vele oorlogen is hij slechts weinig op Welgelegen. Na de dood van zijn vrouw Wendelina in het voorjaar van 1746 zet hij het geheel te koop. Hij trouwt later voor een tweede keer met een Duitse gravin en krijgt met haar acht kinderen. Zijn eerste huwelijk is kinderloos gebleven. Carl Friedrich zelf sterft in 1778 te Boon als gevolmachtigd minister van de Republiek bij het keizerlijk Hof, ‘Welgelegen’ is dan enkel nog een vage herinnering.
Alleen zijn door een latere bewoner, Mr. Cornelis Star Lichtenvoort, twee kamers met een keuken aan de achterzijde bijgebouwd, zodat het sierlijke topgeveltje gedeeltelijk hierachter verdwijnt. De tuin wordt goed onderhouden en benut.
Plattegrond van Welgelegen vóór de verbouwing. Bron: RUG.
Plattegrond van Welgelegen ná de verbouwing. Bron: RUG.
Luitenant-kolonel Wilhelmus Lichtenvoort Een jaar na de dood van Wendelina, op 24 maart 1747 vindt in ‘De Gouden Roemer’ te Groningen namelijk de verkoop plaats. Voor 3000 Caroli guldens wordt eigenaar de luitenant-kolonel Wilhelmus Lichtenvoort. Wilhelmus trouwt, ondertrouw op 4 december 1739 te Groningen, [12] met Reynouw Cesina Star, een dochter uit het eerste huwelijk van Cornelis Star die nu gehuwd is met Wilhelmus moeder. Zij is dus tegelijk zijn moeder en schoonmoeder. Nadat Lichtenvoort de militaire dienst heeft verlaten vestigt hij zich voorgoed op Welgelegen. Uit het huwelijk van Wilhelmus en Cesina worden acht kinderen geboren.
De aankondiging van de verkoop in 1747. Ingezonden. Oorspronkelijke bron niet bekend.
De tuin staat op dat moment vol met bloemen en ook de appelhof is rijk gevuld met vruchtbomen. Ondertussen loopt de turfgraverij allengs ten einde. Wilhelmus Lichtenvoort houdt zich ook bezig met de turfgraverij. Als zijn vrouw is overleden komt zijn zoon op verzoek van hem, in 1768 met zijn gezin over van Curaçao om zich op Kleinemeer te vestigen.
Tijdens de Franse Revolutie trekt Wilhelmus zich terug in Welgelegen, waar hij op 83-jarige leeftijd plaats maakt voor zijn zoon. In 1833 overlijdt hij op de hoge leeftijd van 90 jaar.
Cornelis Star Lichtenvoort Een zoon draagt dus de naam Cornelis Star Lichtenvoort. Uit het huwelijk van Cornelis Star Lichtenvoort met Maria Kock zijn zes dochters geboren, allen ‘up Welgelegen’. Later betrekt hij het huis van zijn moeder in Groningen, aan de Oude Kijk in ’t Jatstraat, waar hem nog een zoon wordt geboren: Willem Cornelis, die op 14 april 1782 in de Martinikerk is gedoopt [13].
Hij bezit een aantal tufschuren en veenlanden met behuizingen in Harkstede en Scharmer en twee landerijen in Kolham en Kropswolde [15]. Op verzoek van zijn vader komt zoon Cornelis Star Lichtenvoort in 1766 met zijn vrouw Maria Kock dus over uit Curaçao (plantage Rozentak) om op de veenborg te gaan wonen [16][17][18]. Ook neemt Cornelis twee van zijn donkere bedienden mee (Louis Alons en diens moeder Sambo) [19]. Deze bedienden zijn dus gebruikt als slaven. Ook hier weer blijkt, dat ook in Groningerland slavernij is geweest. Hij laat aan achterzijde van de veenborg twee kamers met een keuken aanbouwen. Volgens Schutter worden hiervoor stenen van de vroegere veenborg Woelwijk gebruikt, maar dit is slechts een vermoeden [20].
Cornelis wordt kantonrechter in Hoogezand en vertrek later met zijn gezin naar het huis van zijn moeder in Groningen. Cornelis is net als zijn nazaten een invloedrijk man binnen de hervormde gemeente van Sappemeer en maakt zich als kerkvoogd sterk voor het herstel van het dak van de vervallen Koepelkerk in 1791, die net als de veenborg in 1655 is gebouwd. De familie bezit ook een herenbank met daarin de familiewapens van Star en Lichtenvoort.
Willem Cornelis Star Lichtenvoort De zoon van Cornelis Star Lichtenvoort, Willem Cornelis Star Lichtenvoort, is aanvankelijk rechter in Winschoten, maar als hij zijn vader opvolgt als kantonrechter in Hoogezand gaat hij in 1826 [26] samen met zijn vrouw Sjoerdtje Wierdina Star Lichtenvoort op Welgelegen wonen. In de woelige jaren van de Franse Revolutie trekt hij zich terug op het stille Welgelegen en op 83-jarige leeftijd maakt hij plaats voor zijn zoon, op 90-jarige leeftijd, in 1833 overlijdt hij. Na de dood van zijn vader verkoopt hij in 1834 de landerijen in Kleinemeer, Engelbert, Harkstede en Scharmer (ongeveer 310 hectare) [27]. Hij is tevens houtvester en laat het sterrenbos kappen, waarvan hij de bomen verkoopt op houtveilingen in 1841 en 1847 (respectievelijk 153 en 251 bomen) [28][29].
Cornelis Star Lichtenvoort In 1849 overlijdt hij en het jaar erop gaat Welgelegen over op zijn oudste zoon Cornelis Star Lichtenvoort, geboren te Leeuwarden. Deze is weinig begaafd en is vooral geïnteresseerd in paarden. Hij overlijdt in op 23 oktober 1861 op 43-jarige leeftijd [30].
Afb. Portret van Cornelis Star Nauta (1826-1900) in de tuin van zijn woning, de borg Welgelegen, te Kleine Meer, later de Vosholen nr. 60. De heer Star Nauta gebruikte zijn vlaggenstok als wandelstok. Foto is bijgewerkt door HH. Bron: Historisch Archief Midden Groningen. Foto nr. HFC17985.
Zijn weduwe, de 46-jarige Christina Jacoba Wijckerheid Bisdom, dochter van Samuel Dirk Wijckerheld Bisdom, koopman en Maria Bruijn, hertrouwt op 8 oktober 1863, de 37-jarige luitenant ter zee, Cornelis Star Nauta (van Rikkerda) (1826-1900), geboren te Lutjegast [31], een neef van haar eerste echtgenoot. Zijn ouders zijn Hemmo Heilico Nauta en Anna Habbina Alberda van Menkema. Hoewel Cornelis is opgeleid voor de marine, zegt hij na zijn huwelijk de zee vaarwel en vestigt zich in Kleinemeer. Vooral de landbouw trekt zijn aandacht. Hij geniet zelf enige vermaardheid als kweker van uitheemse planten.
Zijn schoonmoeder Sjoerdtje Wierdina Star Lichtenvoort verkoopt in 1864 het huis aan het echtpaar. Uit de boedelbeschrijving blijkt dat er dan onder andere een turfschuur, landbouwschuur, duiventil en een rijtuigenstalling bij hoort. In het schathuis bevindt zich een druivenkas [32]. Cornelis houdt zich hoofdzakelijk bezig met de landbouw en kweekt uitheemse planten, waaronder de gunnera's waarmee hij afgebeeld staat op een foto. Hij is gemeenteraadslid en komt als zodanig regelmatig in aanvaring met de lokale socialisten die vinden dat hij als rijke heer, een van de hoogst aangeslagen in het dorp, zijn personeel slecht behandelt [33]. In 1876 overlijdt zijn vrouw en op 15 september 1900 ook hijzelf op 74-jarige leeftijd te Kleinemeer [34], zonder kinderen achter te laten. Door de kinderloosheid van de beide huwelijken en de dood van z’n vrouw in 1876 en hemzelf in 1900, wordt Welgelegen vererfd op enige verre bloedverwanten.
Aeilko Edzes Deze verre bloedverwanten erven dus de borg en verkopen deze vervolgens aan herenboer Aeilko Edzes, getrouwd met Gesina Boer [35], die er op een boerderij schuin tegenover woont en het eigenlijk alleen om de bijbehorende landerijen te doen is. Hij verhuurt het huis aan Gezinus Johannes Steenbeek, die tekenleraar is aan de RHBS [36]. Hij laat de vijvers dempen en de bomen (eiken en lindes) verkopen tijdens twee boeldagen in 1901 en 1906 [37]. Belgische vluchtelingen
Bij het aanbreken van de Eerste Wereldoorlog wordt het huis tijdelijk ingericht voor de huisvesting van Belgische vluchtelingen. Het is dan reeds sterk vervallen. In 1915 wordt dan ook besloten dat Welgelegen afgebroken moet worden en in 1916 wordt het geheel op afbraak te koop gezet. Ansichtkaart van het personeel van de bewoner van Welgelegen in de tuin van de borg, Tripscompagnie, later de Vosholen 60. V.l.nr.: Harmke Kraster (geb 1899), Broekema, Elizabeth, Nantje Koerts. Foto: circa 1920. Bron: Historisch Archief Midden Groningen, nr. D03791.
Cornelis Alexander Star Numan Een zekere Cornelis Alexander Star Numan kan niet aanzien dat dit vroegere familiegoed zal worden afgebroken en koopt het vervolgens om het te redden van sloop. Hij steekt veel geld in het herstel van Welgelegen, dat hij weer in de stijl van de glorietijd van ongeveer 1740 laat inrichten [38]. Ook laat hij de tuin volledig herstellen in de stijl van de neobarok: de vijvers worden weer uitgediept, perken worden opnieuw aangelegd en omzoomd met buxus en bomen en heesters worden opnieuw aangeplant [39]. Het tweelaagsbijgebouw aan de westzijde wordt door hem verlaagd tot één bouwlaag en de veenborg zelf laat hij aan buitenzijde ontpleisteren. Hij laat de resultaten vastleggen in een aantal foto's [40]. Star Numan is ongetrouwd en woont reeds in het Hinckaertshuis aan de Oude Kijk in ’t Jatstraat te Groninen, dat daar nog steeds staat.
Interieur van de borg. Bron: Historisch Archief Midden Groningen.
Hij verhuurt het goed daarom in 1917 aan zijn zus Catharina Cornelia Star Numan, die de veenborg na de dood van haar broer erft. Zij is gehuwd met Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren, heer van Slochteren, Kolham, Foxham en Half Schildwolde, geboren te Slochteren, 4 februari 1875, overleden aldaar 27 april 1952, die dan burgemeester van Sappemeer is. Als hij in 1925 burgemeester van Slochteren wordt, verhuist het paar weer naar de Fraeylemaborg, waar ze daarvoor ook al gewoond hebben [41]. Het huis wordt vervolgens verhuurd aan de burgemeester van Sappemeer Henk Eikema, die echter al in 1927 plotseling overlijdt.
Gezicht op de tuin van de veenborg Welgelegen onder Kleinemeer (Sappemeer) vanuit het raam op de 1e verdieping. Foto: Harde Sjaal, Wikipedia, 10 september 2022. Licentie: Creative Commons.
Mogelijk is het huis vanaf 1928 verhuurd aan Johannes Jurgens die vanaf dat jaar werkzaam is geweest als griffier bij het kantongerecht in Zuidbroek, maar dan al in Sappemeer woont. Bij zijn vertrek in 1941 wordt Welgelegen namelijk wel als zijn woning aangegeven. Tussentijds overlijdt Cornelis in 1936 en krijgt zijn zus Catharina Welgelegen in eigendom. Zij probeert gedurende de rest van haar leven een goede herbestemming voor de veenborg te vinden, hetgeen echter pas 30 jaar later lukt.
Interieur van de borg. Ingezonden. Datum en bron onbekend.
Verpleeghuis In 1944 is er volgens een krantenbericht een 'Noodverpleeghuis' in Welgelegen gevestigd. Op 28 juni 1944 lezen we in het Nieuwsblad van het Noorden dat er een keukenmeisje en een werkmeisje worden gezocht voor dag en nacht. Het dan weer bouwvallige huis wordt vervolgens vanaf 1948 verhuurd aan de vereniging 'Morgenlicht' om dienst te doen als verpleeginrichting van ouden van dagen. Daartoe wordt het huis intern verbouwd om meer bewoners te kunnen herbergen.
Begin jaren 1960 wonen 28 mensen in dit pension, waaronder ook een aantal mensen met een verstandelijke beperking. Het vervallen huis is er volstrekt niet geschikt voor en in 1961 begint de gemeente dan ook met een dossier tegen de leiding en probeert ook Catharina als eigenares aan te zetten tot actie. Deze wacht echter af in de hoop op een monumentstatus om te voorkomen dat eventuele plannen voor een nieuwe uitbouw voor een doelmatigere opvang van de cliënten kunnen worden uitgevoerd. De zorginstelling bouwt vervolgens het aantal cliënten af tot 11 in 1962. Gedeputeerde Staten van Groningen besluit echter dat het welletjes is geweest en verbiedt de instelling om het gebouw in 1963 nog te gebruiken als zorginstelling. Dit verbod wordt door de instelling en Catharina echter genegeerd. Pas als in 1964 een patiënt wegloopt en een maand later dood in een tarweveld in de buurt van het huis wordt gevonden, is de maat vol. De instelling wordt gesloten en de laatste patiënten worden herplaatst. De inboedel is in september 1965 door de gerechtsdeurwaarder verkocht [42][43].
De entree met de brug. De brug is ook een Rijksmonument. Bron: Wikimedia Commons, 22 oktober 2012. Licentie: Creative Commons.
Odd Fellows Begin jaren 1960 is het schathuis reeds gesloopt. Het huis zelf verkeert in slechte staat en de tuin is volledig overwoekerd. In 1965 weten de lokale (mannen)loge John Welch en (vrouwen)loge Stuwkracht Rebekkah van de Odd Fellows het pand te kopen van de erfgenamen van de inmiddels overleden Catharina. Zij maken zich hard voor het herstel van de veenborg en bijbehorende tuin. In 1966 doet het bestuur een eerste verzoek voor een subsidie om het pand te kunnen herstellen.
Logezaal van de Odd Fellows in de veenborg Welgelegen onder Kleinemeer (bij Sappemeer). Foto: Harde sjaal, Wikipedia, 10 september 2022. Licentie: Creative Commons.
Met subsidies van de gemeente Hoogezand-Sappemeer, de provincie en het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk kan het landgoed geheel worden gerestaureerd. Deze subsidies kunnen mede worden verstrekt doordat het pand inmiddels als monument is aangewezen. De kosten van het herstel bedragen ongeveer 600.000 gulden en het herstel staat onder leiding van Odd Fellows-lid en architect J.J. Smith uit Uithuizen. Overeenkomstig het oude patroon is de Franse stijl gerestaureerd. De invloed van de Franse barok, welke onder Lodewijk XIV met de tuinarchitect Andre Le Nôtre z’n hoogtij siert is duidelijk waarneembaar. Het huis wordt vooral inpandig verbouwd, waarbij de verbouwingen uit de tijd van het bejaardentehuis ongedaan gemaakt worden en vergaderzalen en een tempel voor de mannen- en vrouwenloges worden ingericht. Het achterhuis krijgt een woonbestemming [44]. In 1967 wordt het huis geopend. De tuin wordt vanaf 1968 aangepakt met de inzet van mensen via de GSW-regeling [45].
Omdat het onderhoud aan de tuin steeds zwaarder valt en er schade aan de tuin ontstaat als gevolg van stormen besluiten de Odd Fellows in 2017 om het eigendom van de veenborg over te dragen in handen van de stichting Het Groninger Landschap met behoud van het recht om het als verenigingshuis te mogen blijven gebruiken. Het Groninger Landschap maakt zich sterk voor het herstel en openstellen van de tuin voor bezoekers [46]. Beide loges delen graag de geschiedenis en de pracht van Borg Welgelegen, zodoende is een ieder welkom om te genieten van de tuin en wordt de borg verhuurd voor diverse activiteiten.
De borg, de bijbehorende tuinaanleg, dienstgebouw, brug en dam, tuinmuur en trappen, erfafscheiding en tuinsieraden zijn aangewezen als rijksmonument.
Interieur van de borg. Ingezonden. Datum en bron: onbekend.
Interieur van de borg. Ingezonden. Datum en oorspronkelijke bron niet bekend.
Tuin van Welgelegen wordt opgeknapt Op 8 december 2020 maakt de Stichting Het Groninger Landschap bekend dat de historische tuin van veenborg Welgelegen in Sappemeer wordt hersteld in de stijl van 1917. De stichting krijgt hiervoor een subsidie van € 150.000 van de provincie. De tuinvakken worden hersteld, de stinzenplanten komen terug, de bomenlanen en singels worden aangepakt en het originele padenpatroon wordt teruggebracht. Verder komen er zitbankjes en een loopbrug. Ook de binnenplaats, het terras en de parkeerplaats worden ingericht. De werkzaamheden hiervoor worden zo veel mogelijk uitgevoerd met behulp van vrijwilligers. Het herstel kost in totaal bijna € 400.000 [47 ].
De bewoners, eigenaars
Dronefoto van de veenborg Welgelegen. Foto: ©Jur Kuipers, 4 december 2023.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|